Across
- 4. = berg
- 5. = kantoor
- 6. = bureau
- 10. = vakantie
- 11. = bestand
- 15. = verkaufen
- 17. = zwaar
- 18. = zoeken
- 19. = doen
- 20. = huisdier
Down
- 1. = winkel
- 2. = kopieerapparaat
- 3. = vakantiebaantje
- 7. = computer
- 8. = reisbranche
- 9. = huren
- 12. = bedrijf
- 13. = mooi
- 14. = kerk
- 16. = vrij
