eten

12345678910111213
Across
  1. 3. Je moet ervan niezen als het in je neus komt
  2. 4. Het zijn slierten en je eet het met lepel en vork
  3. 7. Het is rood met zwarte stippen
  4. 11. Het is heel erg zuur
  5. 12. Het komt van de bijtjes
  6. 13. je kan het ook zingen
Down
  1. 1. Een muis eet het graag
  2. 2. Sneeuwwitje ging er bijna van dood
  3. 5. Als je het woord zegt moet iedereen lachen
  4. 6. Het is heel erg koud
  5. 8. Wat kwam er eerst de kip of het ...
  6. 9. Je moet er stinkende windjes van laten
  7. 10. Halloween ...