Family

1234567891011121314
Across
  1. 3. – Schoonfamilie: aangetrouwde familie, zoals een schoonmoeder of schoonvader.
  2. 6. – Broer of zus: Een broer of zus.
  3. 7. – Kleinkind: Het kind van je zoon of dochter.
  4. 9. – Ouder: Een moeder of vader.
  5. 10. – Nicht: De dochter van je broer of zus.
  6. 12. – Stiefmoeder: Een vrouw die met je vader trouwt nadat je moeder is overleden of gescheiden is.
  7. 14. – Oom: De broer van je vader of moeder.
Down
  1. 1. – Afstammeling: Iemand die afstamt van een bepaald voorouder.
  2. 2. – Neef of nicht: Het kind van je tante of oom.
  3. 4. – Grootouder: De moeder of vader van je ouder.
  4. 5. – Voorouder: Een vroegere familielid van wie je afstamt.
  5. 8. – Stiefvader: Een man die met je moeder trouwt nadat je vader is overleden of gescheiden is.
  6. 11. – Neef: De zoon van je broer of zus.
  7. 13. – Tante: De zus van je vader of moeder.