Finale d/t in samenstellingen

123456789
Across
  1. 3. De kamer in huis met de douche heet de ...
  2. 5. Dit doe je aan in de winter om je vingers warm te houden.
  3. 6. Het kost helemaal niet veel, het is ...
  4. 7. Naar de winkel gaan om eten te halen heet ook wel ... doen.
  5. 8. Hier ga je heen als je kiespijn hebt.
  6. 9. Hier vertrek je met het vliegtuig op vakantie.
Down
  1. 1. Hier kun je in de zomer heengaan voor wat verkoeling.
  2. 2. Elke zaterdag spelen we op voetbal een ... tegen een andere club.
  3. 4. Op het strand maak ik een ... met vier torens.
  4. 5. Brussel is de ... van Belgiƫ.
  5. 7. Deze meneer komt je redden als je huis in de fik staat.