Across
- 2. eten
- 5. broodje
- 6. rekening
- 7. bedankt
- 11. salade
- 14. mijn
- 15. hoi
- 16. neem
- 18. chocolade
- 20. bijna
- 21. in
- 22. aankomen
- 23. hallo
- 24. kijken
Down
- 1. wat
- 2. meneer
- 3. ijs
- 4. beginnen
- 8. restaurant
- 9. maar
- 10. altijd
- 12. dus
- 13. maag
- 17. eindelijk
- 19. ook
- 20. praten
