Graan, Meel, Brood

3. Maleachi 3:10 Breng al de tienden naar het ............., zodat er voedsel in Mijn huis is.
4. Mattheüs 4:4 Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de ............... komt
5. Johannes 6:35 En Jezus zei tegen hen: Ik ben het .......... des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben
7. Mattheüs 6:25 Daarom zeg Ik u: Wees niet ........... over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zul
9. Johannes 6:27 Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het ............ dat blijft tot in het eeuwige leven
12. Leviticus 26:3 Als u in Mijn ............. wandelt en Mijn geboden in acht neemt en ze houdt
13. Spreuken 16:24 Lieflijke woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel, en ............ voor de beenderen.
16. 1 Timotheüs 6:7 Want wij hebben niets de wereld ......... het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen.

1. 1 Petrus 2:2 En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de .......... melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien,
2. Joël 1:12 De ............ is verdord en de vijgenboom is verwelkt
6. Psalm 107:9 Want Hij heeft de ............ ziel verzadigd en de hongerige ziel met het goede vervuld
8. 2 Korinthe 9:6 En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie........... zaait, zal ook zegenrijk oogsten.
10. Matt 6:26. Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en ............ niet in schuren
11. Prediker 3:12 Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te ............. en het goede te doen in hun leven
14. 1 Korinthe 10:31 Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot ..... van God
15. 2 Korinthe 9:10 Hij nu Die de ............. zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken