Groep 8 Thema 2 Woordenschat

12345678910111213141516171819202122232425262728293031
Across
  1. 4. Zo goed als je maar kunt wensen
  2. 5. Op gevoel
  3. 6. In het begin
  4. 7. Liefhebben
  5. 10. Moeilijker maken.
  6. 13. Als je dit zaait maak je mensen bang
  7. 15. Overvol.
  8. 17. Je wordt het door schade en schande
  9. 18. Als er veel mensen op afkomen.
  10. 20. woordspeling Een grapje met woorden
  11. 21. Met veel gevoel.
  12. 23. Iets herstellen, in orde maken.
  13. 24. Uit de weg gaan, aan de kant gaan.
  14. 25. Bij elkaar brengen
  15. 27. Heel aardig.
  16. 29. in Accepteren dat iets niet veranderd.
  17. 30. Uit elkaar halen
  18. 31. Langzamerhand, allengs
Down
  1. 1. Je maakt dit als je iets helemaal verknoeid
  2. 2. Iets afbreken, kapot maken.
  3. 3. Zo erg of droevig dat je er ontzettend verdrietig van wordt.
  4. 8. Iets naar een andere plek overbrengen.
  5. 9. Een erge hekel hebben aan.
  6. 11. Met verstand. Met verstand een keuze maken.
  7. 12. Een plek om te wonen. Onderdak.
  8. 14. Gevoelloos maken voor pijn. Meestal door injectie.
  9. 16. Een slim pan om je doel te bereiken.
  10. 19. Natuurlijk. Iets wat iedereen zo begrijpt
  11. 22. De manier waarop je over iets denkt.
  12. 23. Iemand opvrolijken. Minder verdrietig maken.
  13. 26. Iets of iemand waarvan of van wie je heel veel houdt.
  14. 28. Iets wat je je voorstelt, maar niet echt zo is