Across
- 1. Eindelijk zeggen waar het om draait of wat je bezighoudt.
- 2. Doen wat je hebt beloofd.
- 6. Geloven wat iemand zegt zonder het te controleren.
- 10. Ruzie hebben.
- 11. Iemand helpen door iets goed over hem te zeggen.
- 13. Als je steeds laat merken dat je veel weet.
- 14. Niet redelijk, oneerlijk.
- 15. Echt doen wat je zegt dat je gaat doen.
- 16. Als je koppig volhoudt iets te doen. Of als iets niet over gaat.
- 17. Dat is duidelijke taal.
- 18. Gemeen.
Down
- 1. Steeds doorgaan met praten, omdat je gelijk wilt hebben.
- 3. Niet handig
- 4. Lelijk of slordig.
- 5. Als je altijd plezier wilt maken en nergens over na wilt denken.
- 7. Niet je eigen beslissing mogen nemen.
- 8. Beleefd antwoorden, niet alleen met ja of nee.
- 9. Er niet meer over praten.
- 12. Niet verstandig
