Across
- 1. Ik ... naar de kinderen van de andere klas.
- 5. Dit is niet goed maar ...
- 6. Oma koopt twee ... vlees voor op de barbecue.
- 7. Hij moet nog maar een klein stukje fietsen voor hij er is. Hij is er dus ...
- 8. Ik drink water want ik heb ...
- 11. Senne ... een gek liedje.
- 13. Die oefeningen staan in je werk...
- 14. Mijn auto is stuk dus ik ga naar het station en neem de ...
- 15. Voor je binnen kan bij de dokter moet je meestal even in de ....kamer zitten.
- 17. De spin maakt een mooi ...
- 18. Met mijn .... glij ik van de berg sneeuw.
- 19. Niet oud maar ...
Down
- 1. Opa ...: Wie gaat er mee naar de zee?
- 2. Vorige week was Lotte ziek, maar nu is ze weer ...
- 3. Die koe ... zo hard dat we haar tot hier kunnen horen!
- 4. Rune is niet boos maar ...
- 7. Ik klopte op de deur van het toilet en toen riep er iemand "..."!
- 9. Ik ben verkeerd gereden, maar ik geraak er ook via een ...
- 10. Voor ik ga slapen lees ik nog een spannend v...
- 12. Zij ... de bal naar elkaar.
- 13. Het is wit en valt in de winter soms uit de lucht.
- 16. Juf zegt: Leg die spullen maar in je ...
- 18. Welke ... wil jij bij je frietjes?
- 20. Een dier dat kan vliegen, zwemmen en lopen. Het waggelt en kwaakt.
