Holiday

123456789
Across
  1. 3. tussen vissen duiken
  2. 5. het kan vliegen
  3. 6. als een vliegtuig opstijgt
  4. 8. fiets
  5. 9. op twee latten van een berg af glijden door de sneeuw
Down
  1. 1. hier rijd de trein overheen
  2. 2. als je het vakantieland/stad gaat verkennen
  3. 4. zeilboot
  4. 6. auto's, bussen, taxi's op de weg etc.
  5. 7. een grote boot die je van de ene bestemming naar de andere brengt