Across
- 8. 'Voelsprieten' van de zenuwcel. Ze zorgen voor de prikkelontvangst
- 13. De plaats waar het neuron in verbinding staat met een ander neuron
- 16. Beenvormers
- 18. Celdeling
- 19. Bedrijfsstofwisseling (processen om energie vrij te maken voor het eigen gebruik en functioneren van de cel)
- 21. Deze cellen zijn betrokken bij vaatreacties in het bindweefsel bij ontstekingen of bij allergische reacties
- 25. Zenuwcellen
- 27. Hier worden eiwitten opgebouwd uit aminozuren, op basis van informatie uit het DNA
- 29. Hiertoe behoren dekweefsel, klierweefsel en zintuigweefsel
- 30. Brengt boodschappen van het DNA over en maakt samen met de ribosomen de eiwitten
- 31. Binnen de cel
- 32. Hiertoe behoort het glia
Down
- 1. Kwaadaardig
- 2. De rustspanning (spiertonus) van de spier is verhoogd
- 3. De rustspanning (spiertonus) van de spier is verlaagd
- 4. Per zenuwcel is er meestal maar één aanwezig. Ze zorgt voor de prikkeloverdracht
- 5. Het materiaal dat de ruimten tussen de cellen en vezels van het bindweefsel opvult
- 6. Rijpe beencellen
- 7. Actief in de vertering van grote moleculen
- 9. Samentrekken
- 10. Deze cellen in het bindweefsel zijn verantwoordelijk voor de aanmaak van tussenstof en vezels van het bindweefsel
- 11. Hiertoe behoren bijvoorbeeld kraakbeen en botweefsel
- 12. Deze lichaampjes zorgen voor de energievorming uit de voedingsstoffen
- 14. Goedaardig
- 15. Dit systeem verwerkt eiwitten en polysachariden
- 17. De cellen die de binnenzijde van de bloedvaten bekleden
- 20. Bij deze ziekten is primair het bindweefsel aangedaan, zoals bij reumatische ziekten.
- 22. Buiten de cel
- 23. Spiervezels
- 24. Epitheel met een onmiskenbare excretie- of secretietaak
- 26. Opbouwstofwisseling (processen die voor de opbouw en functioneren van het lichaam dienen)
- 28. Witte bloedlichaampjes