Across
- 2. voorkomen
- 5. verdenkenvan
- 8. bewaker
- 10. verbieden
- 11. verdachte
- 13. eenmisdaadplegen
- 14. onschuldig
- 15. moed
- 17. beschuldigdvan
- 19. inbreker
- 21. afvalbak
- 24. schouder
- 25. apotheek
- 26. litteken
- 28. beschuldigdvan
- 29. overtreder
- 30. gul
- 32. waarheid
- 33. opslotdoen
- 35. waarschuwen
- 36. vrijlaten
Down
- 1. onaardig
- 3. opgelucht
- 4. opverdenkingvan
- 6. verwachten
- 7. vluchtauto
- 9. bezetenvan
- 11. tevreden
- 12. veiligheid
- 16. bankovervaller
- 18. eenpaar
- 19. kaal
- 20. overval
- 22. spoor
- 23. verdacht
- 27. herstellen
- 31. betrouwbaar
- 34. slim