IO Winter Femke Jacobs

1234567891011121314
Across
  1. 2. is niet rond maar wat hobbelig en het is een groente.
  2. 5. is klein, rond en groen het is een groente.
  3. 6. is niet rond maar wat hobbelig het is een groente.
  4. 9. is oranje en rond, redelijk groot.
  5. 10. is oranje en als je het pelt heeft het verschillende deeltjes.
  6. 12. is bruin aan de buitenkant, aan de binnenkant groen en er zit een pit in.
  7. 14. is wit en langwerpig je kan het bakken koken en rauw eten.
Down
  1. 1. is een lange groene groente met boontjes in het midden.
  2. 3. is rond, geel en het smaakt zuur.
  3. 4. is rood maar kan ook groen zijn.
  4. 7. is lang en het heeft een gele schil.
  5. 8. is oranje en je vindt het vooral rond Halloween.
  6. 11. als je het kookt krijg je er blauw water van.
  7. 13. is harig, bruin aan de buitenkant en aan de binnenkant groen.