Across
- 2. past simple van blazen
- 5. past simple van vangen
- 6. present simple van voeren
- 8. present perfect van gaan
- 10. present perfect van groeien
- 11. present perfect van bouwen
- 12. present simple van vluchten
- 13. present simple van wedden
- 14. present simple van snijden
- 16. past simple van vriezen
Down
- 1. present simple van voelen
- 2. present perfect van bijten
- 3. present perfect van brengen
- 4. past simple van komen
- 6. past simple van vallen
- 7. past simple van graven
- 9. past simple van vinden
- 11. past simple van branden
- 12. past simple van verbieden
- 15. past simple van rijden