Across
- 2. Hij zorgt dat alles van de goederen in orde komt.
- 4. Hij regelt het na vervoer.
- 5. Hij stelt de vervoersdocumenten op.
- 7. Hij stockeert goederen.
- 8. Hij stippelt routes uit.
- 10. Hij lost vrachtwagens.
Down
- 1. Hij laadt vrachtwagens.Hij gaat vrachten groeperen om 1 vrachtwagen te vullen.
- 3. Beheren van de inventaris van voorraden
- 6. Hij vertegenwoordigt de eigenaar van het schip.
- 9. Hij zorgt voor de scheepsbemaning.
