Juridische termen

12345678910
Across
  1. 2. Het ... is zwaar: hij wordt veroordeeld tot 30 jaar cel.
  2. 6. De onderzoekers waren ervan overtuigd dat het geen passiemoord was, maar moord met ...... rade.
  3. 7. .... is niet alleen een ander woord voor een houten vloer, maar ook voor het Openbaar Ministerie.
  4. 8. In een assisenproces beslist de ...... over schuld of onschuld.
  5. 9. Nadat de advocaat zijn ...... heeft aangetrokken, is hij klaar voor het proces.
  6. 10. Het werd een zwaar ....: hij werd tien uur ondervraagd zonder onderbreking.
Down
  1. 1. Na de moord kwam eerst de politie ter plaatse en daarna de ..... om het lichaam te onderzoeken.
  2. 3. Hij stond nog maar een minuut te lang geparkeerd en hij werd al op de ...... gezwierd.
  3. 4. Als iemand liegt in een rechtszaal, pleegt hij of zij meineed.
  4. 5. De ....... beweerde dat hij niets met de zaak te maken had maar er is ingeluisd.