Across
- 2. zij heeft blokjes
- 5. is fan van star wars
- 7. ze is nieuw
- 8. is heel stil
- 12. veel sproetjes
- 13. draagt een bril
- 14. haar gips mag weg
- 16. hij doet waterpolo
- 18. is een van de grootste van de klas
Down
- 1. heeft een spontane reactie
- 2. is de kleinste van de klas
- 3. ze is heel gek
- 4. soms een beetje alleen
- 6. heeft het uitgemaakt met athisha
- 7. hij doet minivoetbal
- 9. hij doet schermen
- 10. hij speelt veel playstation
- 11. hij doet judo
- 15. speelt veel de baas
- 17. hij doet basket