Kruistocht in spijkerbroek

12345678910111213
Across
  1. 5. Deze graaf gebruikte de kinderen als stootkussen tegen het Franse leger. Dit is ook de laatste graaf in het boek.
  2. 6. De 2 nepmonniken wouden de kinderen hiernaartoe brengen. Doormiddel van boten de zee over.
  3. 8. Deze vind Rudolf op hun eindbestemming. Er zat een briefje in.
  4. 9. Rudolf werd op dit meisje verliefd. Later gaat zij bij Leonardo wonen.
  5. 11. Hiervan werd Rudolf beschuldigt. Het heeft te maken met buskruit.
  6. 12. De jongeman die Rudolf ontmoet in Spiers. Hij is even oud. Rudolf red hem van 2 struikrovers.
  7. 13. De priester die Rudolf wel kon vertrouwen. Hij heeft het plan verraden aan Rudolf.
Down
  1. 1. Het dorpje waar Rudolf belandt. Daar ziet hij ook voor het eerst de kinderkruistochten.
  2. 2. De ziekte die de jonge kinderen wekenlang hebben gehad. Het was erg besmettelijk.
  3. 3. Hiermee heeft Rudolf de jonge kinderen bevrijd uit het kasteel. Het is erg ontplofbaar.
  4. 4. De jonge die denkt dat hij heilig is. Hij probeerde de zee te doen wijken.
  5. 5. Rudolf kwam hiermee in de 13e eeuw. Het is dankzij 2 professoren.
  6. 6. Rudolf wou graag dit evenement bijwonen. het is een soort gevecht tussen 2 ridders te paard.
  7. 7. Het gebergte dat de jonge kinderen moesten oversteken. Het ligt in Europa.
  8. 10. Dit bakt hij voor de kinderen in Rottweil. Er hielpen 3 andere mensen mee.