Kruiswoordpuzzel HC S&B - 6v

123456789101112131415161718192021222324252627
Across
  1. 3. (schrijf aan elkaar) Antwerpen kon de nieuwe, grotere zeeschepen in de Late Middeleeuwen ontvangen. De stad had daarnaast ook een goede verbinding met het... Wat moet er op de puntjes staan?
  2. 4. Welke handelsmaatschappij dat zich richtte op de handel met en binnen Azië, werd in 1602 opgericht?
  3. 6. Deze groep armere Nederlanders, keerde zich na 1648 steeds meer tegen de regenten en werden steeds Oranjegezinder, mede vanwege hun economische achterstand, die niet meer ingehaald leek te worden. Hoe wordt deze groep, in die tijd, ook wel genoemd?
  4. 7. Dit gebied werd vanaf de 11e eeuw een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Over welk gebied gaat het hier?
  5. 11. Vorsten Karel V en Filips II maakten in de Nederlanden in de 16e eeuw niet alleen van de (centralisatie)politiek prioriteit, maar ook van een ander terrein. Welk terrein is dit?
  6. 13. (schrijf aan elkaar) Al in de 17e eeuw waren steden in Holland en Utrecht met elkaar verbonden met een netwerk van ... Wat met er op de stippellijn staan?
  7. 15. De groei van Amsterdam in de 17e eeuw is goed af te meten aan de uitbreiding van de ... Wat moet er op de stippellijn staan?
  8. 17. Deze hertog werd naar de Nederlanden gestuurd om de orde te herstellen. Hoewel het hem niet aan enthousiasme ontbrak, verergerde hij de situatie dusdanig dat de Opstand / Tachtigjarige Oorlog uitbrak. Over welke enthousiaste, maar niet bijzonder succesvolle hertog gaat het hier?
  9. 19. Tegen 1300 wist deze stad, mede door de verbinding met de Noordzee, de belangrijkste stad op het gebied van economie te worden van de regio. Via de Noordzee werd gehandeld met steden van de Hanze, maar ook met gebieden in Spanje en Italië. Over welke stad gaat het hier?
  10. 20. (schrijf zonder streepje en in meervoud) Steden hadden in de Late Middeleeuwen voortdurend kapitaalkrachtige of kundige ... nodig. Wat moet er op het stippellijntje staan?
  11. 23. Welk gewest profiteerde politiek en economisch het meest van de Opstand?
  12. 25. Wat stichtten de opstandige noordelijke gewesten in 1588?
  13. 26. 1648 trokken veel regenten zich terug uit ... en investeerden hun geld in leningen aan buitenlandse ondernemers en machthebbers en probeerden hun politieke en economische macht veilig te stellen. Wat moet er op de stippellijn staan?
  14. 27. (schrijf aan elkaar) Na 1648 voerden Frankrijk en Engeland dit economische beleid, met name gericht tegen Nederland. Over welk economisch beleid gaat het hier?
Down
  1. 1. Antwerpen werd hard getroffen door de Opstand. Zo verloor de stad veel mensenlevens, maar ook een belangrijke economische functie. Welke belangrijke economische functie verloor Antwerpen als gevolg van de Opstand?
  2. 2. (schrijf aan elkaar) In de Late Middeleeuwen ontstonden binnen steden ideeen over hoe het algemeen belang van de stedelingen bevorderd kon worden. Hoe wordt dit algemeen belang ook wel genoemd?
  3. 5. Rond 1300 kwam er een economisch gezien tweede belangrijk gewest bij in de Nederlanden. Welk gewest is dit?
  4. 8. Niet groen, niet rood, maar (Willem van) ... Wat moet er op de stippellijn staan?
  5. 9. (schrijf aan elkaar) Doordat er in de Late Middeleeuwen weer over grotere afstanden werd gehandeld, werd ruilhandel steeds minder praktisch en populair. Wat kwam er voor in de plaats?
  6. 10. Door deze veldslag konden Vlaamse ambachtslieden en boeren laten zien dat zij opgewassen waren tegen patriciërs en feodale heren.
  7. 12. Het jaar 1672 staat ook wel bekend als het ... Wat moet er op de stippellijn staan?
  8. 14. Welk hertogdom probeerde voor het eerst de Nederlanden te verenigen en te centraliseren?
  9. 16. Amsterdam specialiseerde zich in de Late Middeleeuwen op de handel met een bepaalde regio. Welke regio is dit?
  10. 18. (schrijf in meervoud) Regenten wilden tijdens de Opstand vooral hun/de economische belangen in de gatenhouden en het particularisme van steden en gewesten beschermen. Wie probeerde(n) juist meer eenheid (en aanzien) na te streven?
  11. 21. Deze bisschopsstad vormde het startpunt van stedelijke dynamiek. Door een hoge landbouwproductiviteit en de schapenhouderij in de regio veroverde deze stad een centrale plaats in de lakennijverheid. Handelaren in deze stad vonden aansluiting op een handelsnetwerk dat zich via jaarmarkten in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten. Over welke stad gaat het hier?
  12. 22. Rijke kooplieden versterkten hun positie in de opkomende steden in de Zuidelijke Nederlanden door zich te organiseren in koopliedengilden en door leningen te verstrekken aan edellieden. Wat kregen de rijke kooplieden door deze ontwikkeling in handen?
  13. 23. (schrijf in meervoud) Deze familie zou in de 16e eeuw, op zijn minst tot 1568, heersen over de Nederlanden. Over welke familie gaat het hier?
  14. 24. Welke stad nam de leidende rol van Amsterdam als centrum van handel en het bankwezen over?