kruiswoordpuzzel thema 7-2

12345678910111213141516171819
Across
  1. 4. het zinken van een schip.
  2. 7. een vaartuig met daarachter een rij andere vaartuigen.
  3. 9. de keuken van een schip.
  4. 13. de woonruimte op een schip.
  5. 15. kalmeren, rustig maken, zoals het eerder was.
  6. 17. ergens met grote moeite doorheen gaan.
  7. 18. dapper.
  8. 19. je zegt er iets over, je schrijft het op.
Down
  1. 1. iemand die een scheepsramp (heeft) mee(ge)maakt.
  2. 2. als je met je ogen door iets heen boort, kijk je heel erg goed.
  3. 3. de ramp
  4. 5. in brand staan.
  5. 6. een eenvoudig vaartuig gemaakt van planken.
  6. 8. iemand die zich verstopt in een vliegtuig of een schip en zo stiekem meereist.
  7. 10. verpesten, verknoeien.
  8. 11. een vrouw van adel
  9. 12. een groot ongeluk met een schip.
  10. 14. water uit een schip scheppen.
  11. 16. een grote ruimte onder in een schip waarin de goederen liggen die het schip vervoert.