Across
- 3. de koe staat in de ....
- 5. dit dier kwaakt
- 8. de kleur van het gras
- 9. dit dier heeft een mand met eieren
Down
- 1. er zijn vier seizoenen: zomer, herfst, winter en ....
- 2. ik zie niet 1 koe maar......
- 4. als een lam groot is
- 6. dit dier legt een ei
- 7. is erg heet en maakt de aarde warm
- 10. dit dier rent snel en heeft lange oren
