Across
- 3. ... kon je niet komen?
- 6. vergeten (VROEGER, IMPERFECTUM)
- 7. Gisteren was ik ziek, maar nu gaat het al veel ...
- 9. feest op het werk
- 11. praten (VROEGER, IMPERFECTUM)
- 12. Het ... me, maar ik kon niet komen.
Down
- 1. Sommige mensen komen nooit op tijd en zijn dus altijd te ...
- 2. Kon je die afspraak niet ...?
- 4. De bus had...
- 5. Sommige mensen komen altijd op tijd en zijn dus heel ...
- 8. de trein is niet op tijd, hij heeft ...
- 10. reden die je geeft als je niet kan komen
