Les 4: kruiswoordraadsel

123456789101112
Across
  1. 3. ... kon je niet komen?
  2. 6. vergeten (VROEGER, IMPERFECTUM)
  3. 7. Gisteren was ik ziek, maar nu gaat het al veel ...
  4. 9. feest op het werk
  5. 11. praten (VROEGER, IMPERFECTUM)
  6. 12. Het ... me, maar ik kon niet komen.
Down
  1. 1. Sommige mensen komen nooit op tijd en zijn dus altijd te ...
  2. 2. Kon je die afspraak niet ...?
  3. 4. De bus had...
  4. 5. Sommige mensen komen altijd op tijd en zijn dus heel ...
  5. 8. de trein is niet op tijd, hij heeft ...
  6. 10. reden die je geeft als je niet kan komen