Across
- 4. Het resultaat van het hechtingsproces waarbij tussen kind en vertrouwde opvoeder een koele of gevoelsarme relatie is ontstaan, soms is het kind ook bang voor de vertrouwde opvoeder.
- 5. vaardigheden zoals zitten-kruipen-lopen.
- 7. De fase van taalverwerving waar de baby de spraakklanken oefent zonder er woorden van te maken.
- 8. Het bewustzijn dat men los van de wereld bestaat.
- 9. Ontwikkelingssamenhang van zintuigen en motoriek.
- 11. De angst bij mensen om verlaten te worden bij kinderen uit zich dit door huilen bij het weggaan van de vertrouwde opvoeder.
- 13. De automatische reactie van baby's om dingen te grijpen.
- 15. De periode waarin een belangrijke gevoelsmatige band ontstaat tussen kind en de vertrouwde opvoeder(s).
- 16. vaardigheden zoals tekenen en knippen of plakken.
Down
- 1. Afstemming tussen ogen en handen.
- 2. Het pakken van voorwerpen met duim en wijsvinger.
- 3. Een reactie of beweging die zich automatisch voltrekt gewild of ongewild.
- 6. Het besef dat mensen en voorwerpen blijven bestaan ook als ze niet zichtbaar zijn.
- 7. De fase van geboort tot 18 maanden oud.
- 10. Groep van zenuwcellen welke gevoelig is voor prikkels van buitenaf zoals zien-horen-ruiken-voelen-proeven.
- 12. Het resultaat van het hechtingsproces waarbij tussen kind en de vertrouwde opvoeder een langdurige warme gevoelsrelatie ontstaat.
- 14. De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.