Lichamelijke opvoeding.

12345678910111213141516171819
Across
  1. 2. Japanse zelfverdedigingskunsten.
  2. 3. Sport die kan gespeeld worden zowel binnen als buiten. Meest populaire sport in België.
  3. 6. 100 m vrije slag is een discipline van deze sport.
  4. 7. Een racketsport die je zowel enkel als dubbel kan spelen.
  5. 10. Sport op het ijs.
  6. 11. Deze sport wordt vaak gespeeld met een oranje bal. Lay-up is een techniek die hierbij vaak gebruikt wordt.
  7. 14. Dit is een olympische sport die wordt gespeeld met een racket en een shuttle.
  8. 15. Ander woord voor turnen.
  9. 16. Het is een wintersport waarbij je met een karretje van een glijbaan glijdt.
  10. 17. Deze sport heeft de volgende disciplines degen-, floret- en sabelschermen.
  11. 18. Sport in de sneeuw. Hiervoor heb je geen berg nodig.
  12. 19. Een ander woord voor touwtje springen.
Down
  1. 1. Gevechtssport waarbij je handschoenen draagt.
  2. 4. Sport waarbij je de tartan gebruikt. Sprinters gebruiken meestal spikes.
  3. 5. Hiervoor heb je twee doelen nodig. Je geeft enkel passen met je handen. Bij deze sport heb je een doelgebied en een keeper.
  4. 8. Zich voortbewegen over de sneeuw met één of twee "planken".
  5. 9. Een sport waarbij je 6-6 speelt met een net er tussen.
  6. 11. Voor deze sport heb je pijl en boog nodig.
  7. 12. Een sport die gespeeld wordt op een tafel.
  8. 13. De huidige olympische disciplines zijn dressuur, eventing en het springen.