Lidll 2 (en 1) a

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334353637
Across
  1. 1. nu
  2. 6. hij bouwt
  3. 7. hij heeft
  4. 10. maar
  5. 12. ik moet
  6. 13. afrika (ond)
  7. 14. wij ontrukken
  8. 18. zij slapen
  9. 20. van de broer
  10. 22. ik kan
  11. 24. de naam (lv)
  12. 25. toen, dan
  13. 26. zeer
  14. 28. jij wacht op (blijven)
  15. 30. + acc. naar
  16. 31. van de betekenissen
  17. 34. . . niet alleen . . .,
  18. 35. ik vrees
  19. 37. jij vreest (bang zijn voor)
Down
  1. 2. jij doodt
  2. 3. van de vrouwen
  3. 4. ik maak (doen)
  4. 5. de koningschappen/-krijken (lv)
  5. 8. ik kom
  6. 9. . . . maar ook …
  7. 11. van hem/haar
  8. 15. de vader (ond)
  9. 16. de vijanden (lv)
  10. 17. omdat
  11. 19. daarom
  12. 21. jij drijft voort
  13. 23. jullie staan
  14. 26. de winden (ond)
  15. 27. de voorbeelden (lv)
  16. 28. spoedig
  17. 29. het lot (ond)
  18. 32. de angsten (ond)
  19. 33. niet
  20. 35. van troje
  21. 36. jullie keren terug