Across
- 1. tijdens
- 3. tegenovergestelde
- 5. desalniettemin
- 6. ten derde
- 8. oorzaak
- 10. een aantal/verschillende
- 12. daarentegen/echter
- 14. andere
- 15. een andere
- 17. zodra
- 20. simpelweg
- 22. bovendien
- 23. vooral
- 24. na/nadat
- 25. gelijk daaraan
- 29. met als gevolg
- 32. ook
- 33. tenzij
- 35. als eerste
- 36. samenvatting
- 37. ondanks
- 39. aanvankelijk
- 40. conclusie
- 42. bovendien
Down
- 2. liever dan
- 4. alhoewel
- 6. daarom
- 7. inderdaad
- 9. reden
- 11. voor/voordat
- 13. maar
- 16. of
- 18. zeker
- 19. als laatste
- 21. als laatste
- 26. eigenlijk
- 27. weinig
- 28. ten tweede
- 30. nu
- 31. terwijl
- 34. een aantal
- 38. omdat
- 39. in plaats van
- 41. echter/toch
