Across
- 7. gooien
- 9. het toernooi
- 10. de scheidsrechter
- 13. hoog
- 14. verslaan
- 15. de ervaring
- 19. de passie
- 22. onvergetelijk
- 23. want
- 24. de tennisbal
- 25. knutselen
- 27. aanraden
- 29. het team
- 33. het punt
- 34. muziek spelen
- 35. de toekomst
Down
- 1. de vrijetijdsbesteding
- 2. vangen
- 3. de overwinning
- 4. vertellen
- 5. fietsen
- 6. de finale
- 8. de tegenstander
- 11. de trainer
- 12. de voetbal
- 16. deelnemen aan
- 17. het stadion
- 18. rennen
- 19. verliezen
- 20. zwemmen
- 21. het gezelschapsspel
- 26. dat wil zeggen
- 28. slagen
- 30. deel uitmaken van
- 31. hopen
- 32. de studie