Across
- 1. jawel
- 2. aan het eind van
- 7. de les
- 8. lijken
- 9. het woord
- 12. de creditcard
- 13. lezen
- 15. volop
- 17. serveren
- 18. dus
- 20. de lift
- 21. zich bevinden
- 22. zeker
- 23. het keuzevak
- 27. terugkomen
- 30. spellen
- 35. plaatsvinden
- 39. sociaal
- 41. compleet
- 43. de persoonlijke gegevens
- 44. groetjes
- 46. de fout
- 48. met elkaar kunnen opschieten
- 49. het woord voeren
- 51. om twaalf uur ’s middags
- 52. de verandering
- 53. een tijdje
- 54. zich afvragen
- 55. lang (van tijd)
Down
- 1. het verblijf
- 3. openen
- 4. in de maand
- 5. blij, tevreden
- 6. de gang
- 10. samen
- 11. snel
- 14. het uitwisselingsprogramma
- 16. het is genoeg
- 17. wetenschappelijk
- 19. die van
- 22. de keuze
- 24. durven
- 25. de baan
- 26. in het begin
- 28. het paspoort
- 29. nadenken
- 31. omdat
- 32. welkom
- 33. zich voorstellen
- 34. vergelijken
- 36. de sleutel
- 37. alles
- 38. later
- 40. de maatschappij
- 42. verbeteren
- 45. de pauze
- 47. alleen maar
- 50. tussen