Across
- 1. vierde
- 3. taal
- 4. negende
- 5. pauze
- 7. aula
- 11. negentiende
- 13. schrift
- 15. klussen
- 17. agenda
- 19. twaalfde
- 24. nablijven
- 25. zevende
- 26. leren voor
- 27. eerste
- 28. achtste
- 29. wakker worden
- 30. zesde
- 32. wereld
- 33. tiende
- 34. dertiende
- 36. terugkomen
- 38. lesrooster
- 40. laat
- 41. (na)middag
- 42. derde
- 43. hetzelfde
Down
- 2. twintigste
- 6. conciërge
- 8. veertiende
- 9. uur
- 10. op school
- 12. belangrijk(e)
- 14. eenentwintigste
- 16. elfde
- 18. kiezen
- 20. leugen
- 21. rangtelwoorden
- 22. vijftiende
- 23. cijfer
- 24. bureau
- 26. tweede
- 27. vijfde
- 31. schoolhoofd
- 35. huiswerk
- 36. spieken
- 37. scheikunde
- 39. kluisje