Across
- 3. Met elkaar in verband brengen
- 6. Niet alleen… maar ook…
- 8. Gebruiken / uitvoeren
- 10. Vooral, grotendeels
- 13. Strijd, ruzie, verschil van mening
- 14. De manier waarop dingen met elkaar te maken hebben
- 15. Meegerekend, erbij genomen
- 16. Besluit over hoe iets wordt opgelost of veranderd
- 19. Onderzoeken, kijken of het klopt
- 20. Iets waaraan je iets of iemand kunt herkennen
- 22. Een onderdeel dat invloed heeft op iets
Down
- 1. Zien, horen, ruiken of voelen
- 2. Als resultaat hebben
- 4. Iets in de gaten hebben, iets begrijpen
- 5. De manier waarop iets verloopt
- 7. Verschil
- 9. Enkel, alleen maar
- 11. Door de hulp of medewerking van
- 12. In het begin, eerst
- 17. Al, eerder dan gedacht
- 18. Klein en niet zo belangrijk
- 21. Ergens anders