Nederland les 1 woordzoeker

2. Praktisch, zakelijk.
6. Iets naar een ander land brengen/verkopen aan het buitenland.
9. Verdraagzaam. je vindt het geen probleem als mensen anders denken.
10. In een land komen wonen, het tegengestelde van emigreren.
11. Rechtstreeks, meteen zeggen waar het om gaat.
14. Je mag zeggen wat je denkt en vindt, zonder dat je daarvoor gestraft of gevangengezet wordt.
16. Een mening over hoe je moet leven.
17. Kiezen voor iemand van een politieke partij.
18. Zaken doen, kopen en verkopen.
19. Over de hele wereld.
20. Zonder te letten op.

1. Een land dat door een ander land veroverd is en bestuurd wordt.
3. Verhuizen naar een ander land, het tegenovergestelde van immigreren.
4. Je mag geloven wat je wilt, zonder dat je daarvoor gestraft of gevangengezet wordt.
5. Vroeger.
7. De regels en ideeën over wat er goed en slecht is.
8. Alle mensen samen binnen een land of cultuur en de manier waarop ze leven en met elkaar omgaan.
12. Zo noem je een land waar het volk veel invloed heeft op hoe het land geregeerd wordt.
13. Een gebied of land aan de andere kant van een oceaan.
15. Invloed hebben, waardoor mensen en dingen veranderen.