Across
- 2. plaatsen
- 4. snijwond
- 5. oplossen
- 8. tentoonstelling
- 9. dia, afbeelding
- 12. tikken, kloppen
- 15. ongeveer, grofweg
- 17. bestemming
- 18. valuta
- 19. bovennatuurlijk
- 21. nieuwe rechtzaak
- 24. grondwet
- 26. lezing
- 27. cirkelen om
- 28. officieel, formeel
- 29. toilet
- 31. kwispelen
- 32. grot
Down
- 1. algemeen
- 3. verder; nadere
- 5. afleiding
- 6. afschilderen, beschrijven
- 7. ontkennen
- 10. bontachtig, zacht
- 11. ongemak
- 12. verhaal
- 13. deelnemer
- 14. bevatten
- 16. opsporen
- 20. fatsoenlijk, lekker
- 22. vaste stof of vloeistof
- 23. straal
- 24. fris, koud
- 25. onderwerp
- 28. praalwagen
- 30. onervaren, ongetraind