Across
- 2. Eigenschap van de verzameling van de waarnemingen waarbij het gem,iddelde niet in het midden ligt.
- 6. De eigenschap zoals bedoeld wordt gemeten.
- 8. Elk element uit de populatie heeft even veel kans om in de steekproef terecht te komen.
- 10. Samenhang tussen twee metrische variabelen.
- 13. Een toetsresultaat met een beduidend verschil.
- 17. Eigenschappen van de populatie zitten in de steekproef.
- 18. Spreidingsmaatstaf is het verschil tussen het derde en het eerste kwartiel.
- 19. Verschil tussen maximun en minimum
- 21. Respondenten die wel starten met de vragenlijst, maar die niet afronden.
- 22. Een variabele die geb aseerd is op een gebeurtenis dat van toeval afhankelijk is.
Down
- 1. Een set van gegevens, die doordat het bijeengebracht is, betekenis krijgt.
- 3. Een niet-toevallige fout in de steekproeftrekking.
- 4. Verstoring bij een regressiemodel.
- 5. Het zichtbaar zijn van waarnemingsuitkomsten die verspreid ziojn rondom een maat van het centrum.
- 6. Als het onderzoek herhaald wordt, is de kans groot dat dezelfde conclusie getrokken wordt.
- 7. Elementen van de verzameling bezitten allemaal dezelfde eigenschappen.
- 9. Samenhang tussen twee categorale variabelen.
- 11. Het onderzoek geeft relevante resultaten.
- 12. Variabele met uitsluitend twee mogelijke uitkomsten.
- 14. Voorspellingsmodel.
- 15. Een niet bewezen stelling.
- 16. De fout die ontstaat doordat de onderzoeker toevallig andere elementen in de steekproef heeft.
- 20. Een elektronische verzameling geordende gegevens.