Across
- 2. geeft warmte, vooral in de winter.
- 3. Daar kan je logeren als je op reis bent.
- 5. Dat is niet mijn boekentas, het is ... boekentas.
- 6. Ik heb vannacht goed geslapen en ... ben ik moe.
- 8. Wat je zegt of schrijft als iemand je iets vraagt.
- 13. Daar wacht je op de trein.
- 15. Het kan dat de wedstrijd doorgaat maar het is nog niet zeker. ... gaat de wedstrijd door.
- 16. Het laatste woord van een verhaal.
- 17. ander woord voor eten
- 19. Het is geel en het is krom.
- 20. Een boomhut is gemaakt van...
- 23. Ligt bij de zee. Er ligt heel veel zand.
- 24. De kleur van de lucht op een mooie dag.
- 25. Iets dat niemand mag weten.
Down
- 1. Sarah ... languit in de zetel.
- 2. Niet warm maar ...
- 3. Ik zie je graag, of ik ... van jou.
- 4. dat doe je als je blij bent of als je iets grappig vindt.
- 5. De ... geeft les aan de kinderen.
- 7. Een man die bij de politie werkt.
- 8. Vervoermiddel op vier wielen.
- 9. vaak
- 10. iets vertellen
- 11. niet groot maar...
- 12. In de maand ... leggen alle vogels een ei.
- 14. Het eten dat ik 's morgens eet.
- 15. Beste meneer en ...
- 18. Het is niet nep maar...
- 21. een deken dat op de grond ligt.
- 22. Het bestaat uit korreltjes en ligt op het strand.
- 26. Het komt van de kip.
