Across
- 1. Is het gebouw waar je werkt
- 3. Jouw duo-collega
- 4. Hij staat voor twee groepen
- 6. Zij heeft de afgelopen jaren heel veel werk verzet
- 11. Werkt niet alleen aan onze school
- 12. Jouw buurvrouw op school
- 13. Duo-collega van jouw buurvrouw op school
- 16. Zo starten wij de schoolweek
- 18. Is de moeder van 2 jonge jongens
- 20. Regelt de zaken op school
Down
- 2. Hier geef je les aan
- 5. Is creatief en helpt waar nodig is
- 7. Hier houden we om de beurt de wacht
- 8. Een persoon waar de school niet zonder kan
- 9. Hij fiets vaak heel wat kilometers om naar school te gaan
- 10. Is verhuist voor de liefde
- 14. Een collega die al beppe is
- 15. Hoe heet een persoon waar je mee samenwerkt op school?
- 17. Staat niet voor de groep, maar doet belangrijk werk.
- 18. Rookt graag en sigaretje
- 19. Zij heeft twee volwassen kinderen
- 21. Onze jongste collega