Across
- 2. om ons tegen corona te beschermen zullen we dit moeten dragen.
- 6. warme zwarte drank die je met melk of suiker kan drinken.
- 8. dit heb ik nodig als ik wil vegen.
- 9. groen diertje dat kwaakt.
- 10. dit doe je als je applaus geeft.
- 18. als het heel warm is beginnen mensen te .....
- 19. dit zijn heel slijmerige dieren.
- 21. een geweer of een pistool = een .....
- 22. welke sterke dieren op een boerderij moesten vroeger de kar van de boer trekken?
- 24. dit doe ik in de pan om vlees te bakken.
- 25. kleine kindjes drinken meestal uit een .....
- 28. elke vinger van je hand heeft er één.
- 29. je kan het opblazen, laten vliegen en laten ontploffen.
- 30. je bloed loopt door je .....
- 31. de naam van onze planeet.
- 32. een bed is om in te .....
- 34. een wild dier met zwarte strepen en scherpe klauwen.
- 36. een schelpdier uit de zee dat we kunnen opeten.
- 38. met een auto kan je .....
- 39. alle mensen hebben 2 benen en 2 .....
- 42. de man die vlees verkoopt.
- 43. met een schaar kan je .....
- 46. een kruid dat heel veel gebruikt wordt in ons eten.
- 47. als je ijsblokjes in de zon legt, dan gaan die .....
- 51. boze honden blaffen niet, maar .....
- 54. je hebt daarvoor een balpen nodig.
- 55. iemand die geen huis heeft en van de ene naar de andere plaats gaat en op straat slaapt.
- 56. een jas kan je dichtdoen met een rits of met .....
- 57. deze dieren maken een web.
- 59. heel heel vroeger in de prehistorie, leefden de mensen niet in huizen, maar in .....
- 60. vogels praten niet, ze .....
- 62. een ronde rode groente
- 64. eendjes zwemmen in de .....
- 65. een vrouw die een kindje krijgt wordt moeder, en een man die een kindje krijgt, die wordt .....
Down
- 1. een spat = een .....
- 3. de man die broden bakt heet een .....
- 4. aan een rood licht moet je altijd .....
- 5. de mensen die in Rusland wonen zijn .....
- 7. doodgaan = .....
- 9. dit draag je om warme voeten te hebben.
- 11. een koppig grijs dier.
- 12. snoepen is niet goed voor je .....
- 13. door het coronavirus komen de mensen niet veel buiten, ze blijven .....
- 14. een arts = een .....
- 15. macaroni is een ...
- 16. een kleine berg noemen we een .....
- 17. iemand die op herten, wilde konijntjes of fazanten schiet, noemen we een .....
- 19. met een plank op zee kan je gaan .....
- 20. oranje groente die je rauw of gekookt kan eten.
- 23. dit heb je nodig om een put in de aarde te maken.
- 26. de plaats waar koeien grazen.
- 27. een zakdoek is om in te .....
- 32. alle treinen en trammen rijden op .....
- 33. frisdrank kan je kopen in flessen, maar ook in .....
- 35. iets dat prikt en dat we van de vis niet opeten.
- 37. dit kan je gebruiken om op het dak te klimmen.
- 40. met een boot kan je gaan .....
- 41. juli en augustus vallen niet in de lente maar in de .....
- 44. iets dat niet vuil is, is .....
- 45. praten = .....
- 48. muziekinstrument met 2 stokken.
- 49. varkens = .....
- 50. mensen die stelen zijn .....
- 52. iets zoals papier maar harder.
- 53. dit doe je met een hamer.
- 58. een voertuig waar je alleen of met 2 op zit.
- 61. hiermee kan je soep eten.
- 63. met een bijl kan je .....
