Across
- 5. Houtachtige planten blijven rechtop staan door houtcellen met dikke celwanden van .....
- 6. In deze stroperige vloeistof liggen celkern en bladgroenkorrels.
- 7. Op deze plaats heeft aan de tak een blad vastgezeten.
- 8. Zo heet het proces waarbij de plant van water en koolstofdioxide, glucose en zuurstof maakt.
- 9. Deze laag beschermt een boom tegen waterverlies en binnendringen van ziekteverwekkers.
- 13. Madeliefjes en tulpen hebben water nodig voor stevigheid, hierdoor behoren ze tot de ..... planten.
- 15. Voedingsstof die wordt gemaakt door een plant.
- 16. Het onderdeel van een plant dat je niet ziet.
- 17. Zo heet de laag tussen de bladsteel en stengel van een boom.
- 19. Onderdeel van een blad dat zorgt voor stevigheid en het transport van water en opgeloste stoffen.
- 20. De organen van een plant bestaan uit .....
Down
- 1. De volgorde van ontkieming is: wortel, ...., blad (en bloem).
- 2. Dit blaasje geeft planten hun stevigheid.
- 3. Door deze vaten stroomt de opwaartse sapstroom in een plant.
- 4. Dit geeft een plant zijn groene kleur.
- 7. Door deze vaten stromen sappen de plant uit.
- 10. De waterstroom blijft opgang doordat er water via de .... verdampt.
- 11. Planten bestaan uit: bloemen, bladeren, ..... en wortels.
- 12. Veel bomen en struiken verliezen hun blad in de herfst om .... tegen te gaan.
- 14. Een vlies om het cytoplasma dat regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.
- 16. Hiermee is de vacuole van een plant gevuld.
- 18. De stevige laag om een cel.
