Across
- 4. Toen Jezus Jeruzalem binnenkwam op een ezel, zwaaiden de mensen allemaal met?
- 7. Christus spreekt altijd de ? Hij liegt nooit.
- 10. De apostelen geloofden de vrouwen niet, ze vonden het maar?
- 13. Ze nagelden hem aan een?
- 14. Toen Jezus Jeruzalem in reed, riepen de mensen?
- 15. We leren Jezus beter ? als we over hem lezen en doen wat Hij deed!
- 16. Onze Hemelse Vader maakte een plan voor ons: Het plan van
- 18. Hoe heette de heuvel waar Jezus werd gekruisigd?
- 22. Toen de haan kraaide, huilde hij?
- 23. Alles gebeurde in het land ?
- 24. Hij stierf voor ons ?
- 26. in de hof van Getsemane en aan het kruis had Christus heel veel
- 29. Jezus zorgt dat wij het ? krijgen.
- 31. Door de opstanding krijgen de mensen en de dieren en de planten allemaal een ?
- 34. Als wij van het ? nemen, denken we aan het offer van Jezus.
- 35. Eens zal er een ? zijn, dan zien we iedereen die overleden is weer terug.
- 36. Christus zorgt dat we een mooie plek in de ? krijgen.
- 37. Christus zei steeds: ? allen tot Mij en Ik geef je Rust en Vrede.
- 38. Toen de apostelen hoorden dat Jezus was opgestaan gingen zij ook ? naar het graf.
- 39. Ze gingen huppelen van ? toen ze het de apostelen vertelden.
Down
- 1. Hoe heette de stad waar dit allemaal gebeurde?
- 2. Een soldaat stak Jezus met een ? toen Jezus gestorven was.
- 3. Er was ook een ? toen Jezus was gestorven.
- 5. wij wensen je een vrolijk ?
- 6. ? zei dat hij Jezus niet kende.
- 8. Hoe lang lag Jezus in het graf? dagen.
- 9. Petrus zei 3x dat hij Jezus niet kende, toen kraaide een?
- 11. Toen Christus zei: het is volbracht werd het?
- 12. Jezus zei ook dat we ? moeten bidden.
- 15. Hanen ? als het ochtend wordt.
- 17. De vrouwen en later de apostelen ? naar het graf.
- 19. Ze legden Jezus in een ? van een volgeling van Jezus.
- 20. Hij zorgt ervoor dat we nooit meer een ? in onze ogen zullen hebben.
- 21. Een Romeinse stadhouder heette?
- 25. Christus voelde zich heel?
- 27. Hier op aarde is veel?
- 28. De volgelingen van Jezus waren heel? dat Jezus was opgestaan.
- 30. Toen Jezus Jeruzalem binnenkwam, legden de mensen ? op de grond.
- 32. Op deze aarde kregen wij allemaal een?
- 33. Wie zagen Christus het eerst, toen Hij was opgestaan? Drie?
- 37. De mensen dachten dat Jezus ? van het land Israƫl zou worden.
