Across
- 4. Hij heeft lelijke
- 7. Hij heeft ook een
- 9. Hij heeft niet lang haar maar
- 10. Het zuiden van zijn land dat heet
- 11. Hij draagt een
Down
- 1. Uit welk land komt Johannes?
- 2. Toen hij een paus was was hij niet jong maar
- 3. Hij is geboren in
- 5. Hij heeft een vliegend huisdier
- 6. Paus johannes is een
- 8. Omdat hij niet jong is, is zijn haar
- 9. Hij werkte in een
