persoonsvorm tt,vt en voltooid deelwoord

123456789101112131415161718192021222324
Across
  1. 3. Uiteindelijk ben ik niet zo heel laat (aankomen).
  2. 6. iedereen (besteden) aandacht aan ze.
  3. 7. Zij (vinden) dat ze een zware boekentas heeft.
  4. 10. De juf (glimlachen) vanmorgen naar de lieve leerlingen.
  5. 12. Glenn en Serkan (leveren) een boekje in.
  6. 13. Ik raakte daardoor nogal (stressen).
  7. 16. Het handschrift van Rick (zijn) veranderd.
  8. 17. Ik was er namelijk van (overtuigen) dat ik het in een kwartier zou kunnen lopen.
  9. 19. Gelukkig werd ik onderweg niet (beroven).
  10. 20. Vorige week heb ik diezelfde afstand nog (rennen).
  11. 22. Alle leerlingen (zwaaien) naar die jongens.
  12. 23. Vandaag (rijden) mevrouw Melis met de auto naar school.
  13. 24. Hij (onthouden) de woordjes nooit na één keer doorlezen.
Down
  1. 1. De kinderen (maken) heel lieve knutselwerken voor hun moeder.
  2. 2. De moeder (verwennen) de kinderen te veel.
  3. 4. Het hele huis is gisteren (stofzuigen).
  4. 5. Hij (wennen) snel op de nieuwe school.
  5. 7. De politie (vermoeden) dat er sprake was van misdrijf.
  6. 8. Hij is door elkaar (rammelen).
  7. 9. Marly (zorgen) vaak voor het klassenboek.
  8. 10. Er (gebeuren) gisteren erg veel in de les.
  9. 11. Daarna heb ik de hele afstand van het restaurant naar mijn werk (lopen).
  10. 14. (twijfelen) niet aan jezelf!
  11. 15. Niemand (willen) nog met hem mee naar het spookhuis
  12. 18. Ik was dan ook erg (verbazen) dat het zo lang duurde voordat ik er was.
  13. 21. Gelukkig (rennen) wij heel hard toen wij bijna te laat waren.