Across
- 7. Dat antwoord is ...... Ik verander niet meer van mening.
- 8. Dat meisje heeft ...... aan een compliment.
- 9. Je moet ...... poetsen. Anders wordt het te vuil!
Down
- 1. De prijs van dat toestel is ...... de batterijen.
- 2. Je moet zijn excuses niet ...... als je dat niet wilt. Hij is te ver gegaan!
- 3. De ...... tussen arm en rijk is erg groot in dat land.
- 4. De directeur is donderdag niet ...... Ze is dan in het buitenland.
- 5. Morgen wordt die zaak ...... geopend.
- 6. Dat is het derde boek in die ......
- 10. Kun je niet ...... gaan voetballen? Je maakt te veel lawaai!
