Puzzel In de ruimte les 1

123456789101112
Across
  1. 3. Nauwelijks. Bijna niet.
  2. 4. Als je vast van plan bent om te doen wat je besloten hebt. Je twijfelt niet.
  3. 8. Alleen de heenreis, niet de terugreis.
  4. 10. Een voertuig om mee door de ruimte te reizen.
  5. 11. Een bol in de ruimte die om de zon draait. De aarde is er ook een.
  6. 12. De ruimte waarin zich de aarde, de planeten en de sterren bevinden.
Down
  1. 1. Iets afschieten, iets in de lucht laten gaan.
  2. 2. Je fantasie. Iets gebeurt niet echt, maar alleen in je gedachte.
  3. 5. Iets wat niet van de aarde komt, zoals een maansteen.
  4. 6. Alles wat te maken heeft met het reizen door de ruimte.
  5. 7. Een ruimtevaarder. Iemand die door de ruimte reist.
  6. 9. Je weet het niet zeker. Je twijfelt.