Across
- 2. Ik ben een roofvogel. Mijn naam begint met het meervoud van een ander dier. Dit ander dier legt bijna elke dag een vers ei. Ik ben misschien een dief.
- 5. Het vliegt maar het is geen vogel, geen insect, maar wel een zoogdier. Het eet insecten, het is een nachtdier.
- 7. Het heeft 4 poten, zijn staart draait zoals een ventilator en hij kan dansen. Hij is heel speciaal.
- 8. Ik ben een insect. Ik breng normaal geluk, maar ik geef ook giftige stoffen af als ik me bedreigd voel.
- 10. Ik ben een klein knaagdiertje. Ik heb dikke wangen. Ik ben ook meer ’s nachts actief.
- 12. Er kan op me worden gereden, ik sta vaak bij een boer of in een manège
- 13. Het heeft acht poten en sommigen zijn er bang van.
- 14. Ik ben een zoogdier, maar ik leef in het water. Ik word gebruikt in shows en ik eet graag visjes
Down
- 1. Ik heb twee bulten. Ik word gebruikt in de woestijn.
- 2. Ik ben een kleine vogel. Ik kan niet zelfstandig overleven. Ik zit dan in mijn kooi.
- 3. Ik ben een nachtdier. Ik ben getemd als huisdier.Ik verlies veel haar, vandaar dat ik af en toe een haarbal uitspuw. Ik ben solitair.
- 4. Ik stoot me geen tweede keer aan dezelfde steen.
- 6. Ik herken de print van de poep van mijn mama. Ook al leef ik meestal in kuddes. Er is een pad naar mij genoemd.
- 7. het meervoud van een dier dat honing maakt.
- 9. Ik heb een gif in mijn staart en ik behoor tot de spinachtigen. Ik ben een sterrenbeeld.
- 11. mooi dier met mooie print, zonder poten, ruikt via zijn tong, is een reptiel.
