Across
- 1. dit dier heeft een mand met eieren
- 3. dit dier rent snel en heeft lange oren
- 4. dit dier legt een ei
- 8. ik zie niet 1 koe maar 2.....
- 9. er zijn vier seizoenen: Zomer, Herfst, winter en....
Down
- 2. als een lam groot is
- 4. dit dier kwaakt
- 5. de kleur van het gras
- 6. erg heet en maakt de aarde warm
- 7. de koe staat in de....
