raadsels

12345678910111213141516171819202122232425262728293031
Across
  1. 3. de meer je er van wegneemt, de groter het wordt.
  2. 4. een huis waar ze je brengen als ze je vangen.
  3. 7. de kerstman zijn favoriete ingang.
  4. 13. wat zit er tussen je hoofd en je hoed?
  5. 14. wat is een kostbare vloeistof en dunner dan water?
  6. 15. wat moet je breken voor je het kan gebruiken?
  7. 17. het gaat de wereld rond, maar blijft in 1 bepaalde hoek.
  8. 18. ik ben lichter dan lucht, maar toch kunnen miljoenen mensen me niet houden.
  9. 20. maakt niet uit hoeveel of hoe weinig je me gebruikt, maar je verandert me elke maand.
  10. 21. ze zwemmen rond in scholen en zijn gerelateerd aan walvissen.
  11. 26. wat gaat zwart in het water en komt er rood terug uit?
  12. 28. het zit vol met gaten en toch kan het water vasthouden.
  13. 29. wat gaat door de stad en over de bergen, maar beweegt niet?
  14. 31. het is groot en harig, het is het beste dat je hem ontwijkt en hem in zijn grot te laten.
Down
  1. 1. het is er a voor miljoenen jaren en toch is het maar meer dan een maand oud.
  2. 2. de meer je zet, de meer je achterlaat
  3. 5. ik word nat wanneer ik droog.
  4. 6. as je me laat vallen, zal ik breken, maar lach je naar me, lach ik altijd terug.
  5. 8. wat is zwart als het proper is en wit als het vuil is?
  6. 9. sommige vrouwen haten het als je ze zo noemt, toch willen ze er graag 1 hebben.
  7. 10. het is zoals een bos zonder bomen, een gevangenis die je wilt bezoeken, ze zetten het daar zodat je ze kan zien zolang je ze maar niet voert.
  8. 11. het gaat omhoog, maar nooit naar beneden.
  9. 12. ze zijn groot en blauw en groter dan ze zeeën.
  10. 16. wat heeft een nek, maar geen hoofd?
  11. 19. wat heeft 2 handen, een rond gezicht, loopt altijd maar blijft op dezelfde plaats?
  12. 22. het heeft 8 armen met veel inkt en toch kan het geen woord schrijven.
  13. 23. het is hard as nagels of zacht als sneeuw, mensen gebruiken het in hun drank of voor hun drank.
  14. 24. het is van u, maar andere gebruiken het vaker dan jezelf.
  15. 25. ze houden geheimen weggesloten en je er elke dag doorheen, voor elk van ze is er een sleutel.
  16. 27. wat kan een kamer vullen en toch geen plaats in beslag nemen?
  17. 30. het komt naar beneden, maar gaat nooit naar boven