Across
- 2. je ziet alle dingen over het land
- 9. bomen gras alle dingen buiten kant
- 11. je doet dit in jouw bed in de natch
- 13. het ding dat je gebruikt om op het vliegveld te vliegen
- 15. je kunt het verdienen en je kunt het uitgeven en dingen kopen
- 16. je neemt ze met je camera
- 18. bad om je te zwemmen
- 19. je kunt daar zwemmen, brunden en ijsjes eten
Down
- 1. in elk land is er een andere ...........(iets met geld te maken)
- 3. je drinkt dit als je dorst hebt
- 4. slapen niets doen de hele dag
- 5. Voertuig om in te vliegen
- 6. transport
- 7. elk land heeft een ander land
- 8. een avontuur
- 10. elk land heeft een andere .......... ze spreken
- 12. een ding om al je spullen in te stoppen
- 14. het ding waar je al je kleren in stopt
- 17. je doet het als je honger hebt
- 19. een transport op water
