Across
- 3. het rekent gemakkelijk uit
- 4. je schrijft er huiswerk in
- 5. ga je eten om twaalf uur
- 6. een andere taal
- 8. verblijfplaats tijdens pauzes
- 9. om af te meten
Down
- 1. juf schrijft er op
- 2. je geeft er belangrijke dingen af
- 4. schrijfmateriaal juf
- 7. je doet er ICT werk op
