Across
- 2. stop je spullen in
- 4. daar zit de leraar op
- 5. waar je op zit
- 9. daar kan je op uitrekenen hoe lang iets is
- 10. De vrouw die les geeft
- 11. de kinderen die in de klas zitten
- 13. leer je dingen in
- 15. daar kan je dingen op uitrekenen
Down
- 1. informatie uit een lokaal
- 3. waar je aan werkt
- 5. hier leer je in
- 6. daar kijk je progamma's op
- 7. daar kijken de leerlingen op
- 8. je kijkt naar een scherm aangesloten aan je computer
- 12. daar kan je op schrijven
- 14. daar kan iedereen in zitten
- 16. als je dat open doet komt er lucht in