sint Wim

123456789101112131415
Across
  1. 3. plek om weer terug te keren
  2. 5. sport op woensdag
  3. 6. Man, die soms op zijn bek gaat
  4. 8. Blond, vrouwelijk en wil de hele tijd met Wim knuffelen (en Wim met haar)
  5. 11. IJslandse delicatesse met grote snor
  6. 12. Nieuwe generatie goochelaar
  7. 15. niet 1, niet 2, maar 3 spelletje voor de trein
Down
  1. 1. Dame die rekening houdt met anderman's reisbehoeften
  2. 2. Jongedame, gestart met de middelbare school
  3. 3. Huidig medereizigster
  4. 4. klinkt als 'jij hebt' en 'maken'
  5. 7. Favoriete schoonzus
  6. 9. Wim's niet-favoriete band
  7. 10. Spaans praten
  8. 13. Dame die op een 'gerechtelijke dwaling' is gebotst
  9. 14. Wim speelt ermee als hij niet op reis is