Sinterklaas

1234567891011
Across
  1. 5. Daar zitten de cadeautjes en pepernoten in
  2. 6. Man met mijter en staf
  3. 9. Hiermee komt Sint naar Nederland
  4. 10. Dit staat op de muts van piet
  5. 11. Een klein rond koekje
Down
  1. 1. Dan mag je je cadeautjes openmaken!
  2. 2. Man of vrouw met muts en zak
  3. 3. Het paard van Sinterklaas
  4. 4. Iets leuks om uit te pakken
  5. 6. Dit staat op het dak
  6. 7. Dit helpt sint met lopen
  7. 8. De hoed van sint